Psychosociale distress

 

Kanker en de behandeling ervan kan leiden tot diverse psychosociale klachten:

  • lichamelijk
  • sociaal
  • praktisch
  • emotioneel
  • spiritueel

Bovenstaande klachten worden samengevat onder de noemer distress1. De sterke invloed van distress op oncologische patiënten is dermate groot, dat distress wordt beschouwd als een van de vitale tekens: the sixt vital sign2.

Vitale tekens

  • bloeddruk
  • pols
  • ademhalingsfrequentie
  • lichaamstemperatuur
  • pijn
  • distress (=the sixt vital sign)

Negatieve gevolgen van distress (subjectieve ervaring van de patiënt):

  • een lagere kwaliteit van leven
  • verminderde therapietrouwheid
  • moeite om behandelbeslissingen te nemen
  • langere opnameduur
  • minder tevredenheid over de geboden zorg

Ongeveer 25-30% van de oncologische patiënten ervaart een klinisch significante verhoogde vorm van distress. Het merendeel hiervan is in staat om deze verhoogde staat van distress te verwerken. Slechts 10% maakt gebruik van gespecialiseerde psychosociale hulp.

Medici en verpleegkundigen herkennen deze distress vaak niet. Bovendien durven  patiënten vaak niet over hun klachten te praten.

Psychosociale screening is het proces om op systematische wijze inzicht te krijgen in het functioneren van een oncologische patiënt. Er zijn veel screeningsinstrumenten beschikbaar: Lastmeter, Distress Barometer (DB), Hospital Anxiety an Depression Scale (HADS), European Organisation in Research and Treatment Study Group-Quality of Lofe Scale (EORTC-QOL-C30), Rotterdam Symptom Check List (RSCL), Centrum for Epidemiological, Studies Depression SCale (CES-D), Symptom Check List (SCL-90), Brief Symptom Inventory (BSI) Signaleringslijst voor Psychosociale Problematiek. Belangrijkste nadelen van deze instrumenten: i) ze meten doorgaans slechts 1 domein van kwaliteit van leven; ii) ze hebben geen cut-off score; iii) ze zijn generiek en niet kanker-specifiek.

Het ideale screeningsinstrument zou de volgende eigenschappen moeten bevatten:

  • korte vragenlijst
  • een cut-off definiëren (risicopatiënten herkennen!)
  • individueel interpreteerbaar
  • kankerspecifiek
  • multidimensioneel
  • inzicht verschaffen over het functioneren van de patiënt in de loop der tijd
  • ondubbelzinnig interpreteerbaar
  • indicatief voor een doorverwijzing
  • invulbaar door de patiënt zelf

De National Comprehensive Cancer Network (NCCN) heeft een screeningsinstrument ontwikkeld dat aan deze eigenschappen voldoet: de distress thermometer. Het biedt niet allen inzicht in de ernst van de distress (thermometer en cut-off score), maar geeft ook informatie over de aard van de problemen (vragenlijst).

Tuinman et al. 2008 hebben de NCCN distress thermometer gevalideerd voor de Nederlandse oncologische patiëntenpopulatie, hetgeen geresulteerd is in de Lastmeter.

De Lastmeter is inmiddels een veel gebruikt, gevalideerd screeningsinstrument om de psychosociale belasting van oncologische patiënten te monitoren (psychosociale screening) en, zo nodig, te verwijzen naar één van de gespecialiseerde psychosociale disciplines.3

 

Referenties

1 L.E. Carlson, B.D. Bultz. Cancer distress screening. Needs, models, and methods. Psychosom Res. 2003 Nov;55(5):403-9 (PubMed).

2 J.C. Holland, B.D. The NCCN guideline for distress management: a case for making distress the sixth vital sign. Bultz. J Natl Compr Canc Netw. 2007 Jan;5(1):3-7 (PubMed).

3 M.A. Tuinman, S.M. Gazendam-Donofrio, J.E. Hoekstra-Weebers, Screening and referral for psychosocial distress in oncologic practice: use of the Distress Thermometer. Cancer. 2008 Aug 15;113(4):870-8 (PubMed).